We hebben gezegd dat filosofie een reflectief denken is gemotiveerd door zingevingsvragen en gebaseerd op de traditie die aanvangt in de klassieke Oudheid (zie hier): (1) de presocratische denkers (Parmenides, Herakleitos… ); (2) de filosofen van de rede: Socrates, Plato en Aristoteles; (3) het praktische leven: stoı̈cisme, epicurisme, cynisme en scepticisme. Daaruit ontwikkelde zich in de loop van twee millennia en nog enkele honderderd jaren, een brede waaier aan opvattingen en stromingen. Dit proces is nog altijd bezig. De Kerkvaders markeren het begin van de middeleeuwse wijsbegeerte: de scholastiek. Descartes markeert het begin van het moderne denken. Nietzsche en Kierkegaard zijn de eerste postmoderne denkers: artistiek eerder dan logisch. Parallel daarmee wordt de logica een wiskundige theorie; dit inspireert de analytische filosofie. Recentelijk trad de academische filosofie (postmodernisme en analytische filosofie) op de achtergrond, en verschoof de aandacht naar praktische filosofie. U ziet het: woelig.
We zullen dit overzicht in latere hoofdstukken verdiepen. Hier willen we er de aandacht op vestigen dat er contrasterende opvattingen bestaan over de inhoud van het Griekse denken. We kunnen er op zijn minst vijf onderscheiden:
- politiek
- wetenschap
- levenskunst
- kunst
- metafysica
Dit leidt tot contrasterende opvattingen over wat de hoofdfocus behoort te zijn van de filosofie. Ik geef uitleg bij elk van deze tradities.
1. Politiek
Zowel Plato als Aristoteles zijn in de eerste plaats politieke filosofen: de eerste is revolutionair, terwijl zijn leerling Aristoteles conservatief is. In het algemeen is het zo dat de Griekse filosofie in de eerste plaats een politieke filosofie is, al was het maar omdat de Griekse samenleving van nature politiek is. Dat komt omdat ze het domein van het politieke ontdekten en tot een object van kennis maakten. Het woord ‘politiek’ is niet toevallig afgeleid van het woord ‘polis’. Oorspronkelijk zijn alle menselijke activiteiten (voortplanting, bidden, mediteren, vieren, wonen, koken, genieten, kennen… ) onderdeel van religie. (Het maakt nu even niet uit of we te maken hebben met een animisme, een polytheïsme, een monotheïsme… ) Vanaf de zesde eeuw voor Christus doet zich een evolutie voor binnen de Griekse cultuur: het bestuur van het geheel van de samenleving (hoe de rijkdom verdelen, hoe zich verhouden tot andere poleis, wie benoemen in publieke functies enz.) onttrekt zich aan de religie. Het is natuurlijk niet zo dat eerdere culturen niet aan politiek deden. In elke zich zelf organiserende groep van mensen doet men aan politiek: fundamentele machtsstrijd, beslissende belangenconflicten … Het verschil is dat dit nog nooit zo uitdrukkelijk onder de aandacht is gebracht. Men had er geen concept voor. Filosofie is ontstaan tegelijkertijd en in innige samenhang met dit maatschappelijk proces. Voor de Grieken had politieke wetenschap daardoor voorrang op natuurwetenschap (bij ons zijn politieke en sociale wetenschappen zowel op de middelbare school als in het hoger onderwijs ‘vuilbakrichtingen’). Plato bijvoorbeeld instrumentaliseert wiskunde niet om de natuur te bestuderen maar om een metafysica te ontwikkelen, die zelf ten dienste staat van een politieke visie. Het gaat er hem om zijn politieke opvatting exact en principieel te maken.
Welke filosoof is een uitmuntend voorbeeld van politieke filosofie? Om die vraag te beantwoorden kijken naar de hele geschiedenis van de filosofie, niet alleen naar de klassieke oudheid. Onze keuze valt op Kant. Ja, hij heeft een flinterdunne politieke filosofie, maar geen enkel ander filosoof heeft beter getoond wat politieke filosofie is: in de manier waarop hij oplossingen zoekt voor de vragen naar wetenschappelijk kennis, moreel handelen, genot, en de levende werkelijkheid. Behalve Kant komen Leibniz en Hegel in aanmerking.
2. Wetenschap
Omdat in onze samenleving sinds de 19e eeuw wetenschap (in de eerste plaats wiskunde en natuurwetenschap) zo’n hoge vlucht hebben gekend, ziet de filosofie als een voorstadium van de wetenschap. Herakleitos en Parmenides zetten een eerste stap richting rationaliteit, Plato en Aristoteles tillen de zaak naar een hoger niveau met uitdrukkelijke opvattingen over rationaliteit, de draad wordt terug opgepikt in de renaissance en vervolgens de moderne tijd, door Galileo. Enz. Filosofie omvatte oorspronkelijk alle kennisdomeinen. De fysica emancipeerde zich als eerste, vervolgens de chemie, de biologie, alle natuurwetenschappen; vanaf de negentiende eeuw volgden sociologie en psychologie; gedurende de twintigste eeuw werd de logica een onderdeel van de wiskunde; aan de Gentse universiteit wilde men begin jaren zestig de ultieme stap zetten en een afdeling moraalwetenschap oprichten. Filosofie is een boom die zijn takken verliest en als een naakte stronk overblijft. Het is een bekend verhaal. Daarbij vergeet men het belangrijkste: enkel filosofen hebben zich tot nog toe ernstig ingelaten met de vraag wat wetenschappelijke kennis onderscheidt van andere kennis. Wetenschappers en leken maken het onderscheid op basis van enerzijds autoriteitsargumenten (de expert in het domein heeft het recht zich uit te spreken over dat domein), anderzijds vage of foute opvattingen over wetenschappelijke methode.
Welke naam kunnen we hieraan verbinden? Vooral Descartes en Hume.
3. Levenskunst
Meditatie is ongemeen populair sinds de tweede helft van de twintigste eeuw. Het maakt deel uit van een palet aan praktijken die als doel hebben: evenwichtiger in het leven staan. Voor beoefing van deze activiteiten haalde men zijn inspiratie bij disciplines uit het Verre Oosten: yoga, boeddhisme, taoïsme, kung fu, tai chi … Vanaf het nieuwe millennium herontdekte men het epicurisme, het stoı̈cisme en de filosoof Montaigne. Het is maar een kwestie van tijd eer men dingen gaat opspitten uit de rijke traditie van het christendom, zoals de mystici en de Woenstijnvaders. Christelijke meditatie volgens de methode van de katholieke broeder John Main is daar een voorbeeld van. Het begint gaandeweg te dagen dat de frisse wind die men liet waaien uit het Verre Oosten, vooral diende om vergeten aspecten van de eigen traditie te herontdekken. Filosofie als praktische kennis voor het goede leven, doet zich buiten de academische wereld voor. Het is in handen van de professionelen van ‘self development’ en coaching.
Montaigne steekt met kop en schouders boven al de rest uit.
4. Irrationalisme
Dat de filosofie zich in het oude Griekenland ging losweken uit de religie is, volgens deze traditie, niet omwille van (1) een evenwichtige afwegen van de belangen van de meeste groepen in de samenleving (filosofie als politieke filosofie), (2) noch omwille van de behoefte om zonder spirituele franje kennis te verwerven van natuurlijke processen, (3) noch om zonder tussenkomst van rituelen of priesters innerlijk evenwicht te vinden bij het doorlopen van de typische levensfasen (puberteit, relatie, kinderen, beroep). Filosofie was oorspronkelijk in de afgrond kijken: de werkelijkheid is chaos (radicaal atheïsme), al onze concepten zijn leugens, je moet durven surfen op de golven van die chaos zonder illusies, elke gedachte, elk gevoel, elke handeling moet een artistieke handeling zijn. De werkelijkheid is artistiek en er zit niets anders op dan kunstenaar te zijn in alles wat we doen, of het nu strikt genomen kunst is of niet. De presocratici zijn de echte filosofen omdat zij nog geen stabiele begrippen hanteren; al wie daarna komt pleegt verraad ten opzicht van hen. Het irrationalisme noemt dit verraad, de metafysica. Metafysica is de kern van de westerse cultuur. Het staat gelijk met niet authentiek zijn. We moeten ons onttrekken aan de metafysica, alleen zo ben je authentiek. We leggen zo dadelijk uit wat metafysica is.
De belangrijkste denker van deze traditie is Nietzsche. Verder moeten we ook Heidegger vermelden.
5. Metafysica
Filosofie is sinds het begin in zekere mate theologie geweest: men reflecteerde over God of breder genomen, over de goddelijke werkelijkheid. Plato is de eerste die dat systematisch doet. Hij onderscheidt tussen de veranderlijke, versplinterde fenomenen die maar een afspiegeling zijn van een hogere ideale werkelijkheid. Dit noemt men metafysica (wat de terminologie betreft: in zekere mate kan je hier idealisme, theologie, en metafysica door elkaar gebruiken). Religie is de eerste metafysica. Filosofie zet de religie verder maar met andere middelen. Het onderscheid tussen immanentie (het aardse) en transcendentie (het goddelijke) wordt niet langer gemaakt door priesters, de verbinding tussen die twee sferen wordt niet langer gelegd met behulp van rituelen en gebeden in tempels, aan altaren. De filosofen hanteren in plaats daarvan de rede, en doceren in scholen die ze zelf in het leven roepen. De filosofen zetten het werk van de priesters verder, maar met andere middelen. Volgens de irrationalisten werd het gezonde oorspronkelijke atheïsme van de presocratische Grieken, waar we het over hadden in het vorige onderdeeltje, gefnuikt verraden door de ‘rationalisten’ Socrates, Plato en Aristoteles, door het christendom, door de wetenschap, door het liberalisme, het socialisme, het communisme. Maar tot vandaag zijn er denkers die filosofie beoefenen om op te stijgen van de materiële naar de ideale werkelijkheid. In de Middeleeuwen aan de universiteit (theologie), sinds de moderne tijd erbuiten.
De twee figuren uit de traditie die we moeten noemen zijn Plotinos en Thomas van Aquino.
We kunnen nu een overzicht maken van de geschiedenis van de filosofie vanuit deze vijf verschillende perspectieven. We willen hiermee tonen hoe verschillend van toon en opzet ze kunnen zijn. Het perspectief van waaruit je spreekt is belangrijk om te begrijpen wat je aan het doen bent. Het bekendste overzichtswerk van de geschiedenis van de filosofie, Russels History of Western Philosophy is geschreven vanuit het tweede perspectief (wetenschap). dit zie je ondermeer hieraan dat Thomas (die vanuit het vijfde perspectief net in de bloemetjes wordt geplaatst) en Nietzsche (die vanuit het vierde perspectief het belangrijkste referentiepunt is) hard worden aangepakt. Hume daarentegen wordt op een piedestal geplaatst.
Horizontaal zie je verschillende perspectieven op de filosofie, verticaal zie je geschiedenis van de filosofie: pre-socratici (Parmenides en Herakleitos), de ontdekking van de rede (Plato en Aristoteles) enz., tot we bij de hedendaagse tijd zijn aangekomen met namen zoals Zizek en Peterson.
Politiek | Wetenschap | Levenskunst | Irrationalisme | Metafysica | |
---|---|---|---|---|---|
Parmenides | - | - | - | + | - |
Herakleitos | - | - | - | + | - |
Plato | + | + | - | - | + |
stoïcisme | - | - | + | - | - |
Epicurus | - | - | + | - | - |
Plotinos | - | - | + | - | + |
Augustinus | - | - | + | - | + |
Thomas | + | - | - | - | + |
Descartes | - | + | - | - | + |
Hume | - | + | - | - | - |
Hobbes | + | - | - | - | - |
Nietzsche | - | - | + | + | - |
Heidegger | - | - | - | + | - |
Foucault | + | - | - | + | - |
Zizek | + | - | - | + | - |
Badiou | + | - | - | + | - |
Peterson | - | - | + | + | + |