De Acties in Gent II

Nucleair gezin-banken-speculatie

Hoe de kerken leeglopen staat symbool voor een veel breder fenomeen: ongeveer sinds het einde van WOII zien we het christendom, het verlichtingshumanisme en het communisme wegdeemsteren. Hun organisaties en instellingen allerhande in wijken, in dorpen, tussen regio’s van die grote verhalen verliezen luister, leden en subsidies. Er blijft maar één instituut overeind: het nucleair gezin.

Overal in de Westerse wereld staan overheden na WOII klaar voor de middenklasse. Deze laatste organiseert zich rond het nucleair gezin, en ziet het bezit van een eigen huis als materiële voorwaarde. De overheden overtuigen de financiële wereld met impliciete en expliciete garanties dat hypotheken voldoende liquide zijn.

Het startschot voor de financialisering.

Wanneer de middenklasser jong is protesteert die wel eens tegen onderdrukking en uitbuiting, maar eens de biologische klok luidt kopen ze een huis. Het anarchistisch protest is een gratis brainstorm aan ideeën en beelden voor adverteerders, én elke nieuwe hypotheek is een basisingrediënt van financiële producten, letterlijk de zelfverrijking van financiële instellingen. Vrouwenrechten, homorechten, transrechten helpen vrouwen, homoseksuelen en transmensen; maar uit de marge komen betekent meteen ook deel uitmaken van het bestel ‘nucleair gezin-hypotheek-financialisering’.

Het kon decennialang onopgemerkt gebeuren omdat ten eerste, de middenklasse niet wil horen dat zij deel uitmaakt van het probleem, en ten tweede omdat de neoliberalen ons wijs maakten dat overheidstekorten het grote probleem waren, dat soberheidsbeleid bovenaan de agenda moest staan, dat publieke voorzieningen teruggeschroefd of afgeschaft moesten worden, dat er moest geprivatiseerd worden. Ondertussen was in de private sector de grond waar al die middenklassehuizen op stonden, die als onderpand functioneerde, steeds minder in proportie met alle financiële producten die men op basis ervan creërde. In 2008 werkte de hefboom niet langer en stortte de wereldeconomie in de afgrond – let wel: omwille van de private schulden.

De overheden waren het vangnet: enerzijds drukten de centrale banken geld bij in proportie met de financiële producten die banken en andere financiële instellingen hadden gecreërd, anderzijds namen overheden toxische financiële producten over. Dit had twee gevolgen: ten eerste, erkende men daarmee dat de private financiële sector al enige tijd het geld creëerde en niet de overheid (én dat ze dit kon blijven doen); tegelijk had men de Westerse middenklasse gerust gesteld: hun vastgoed zou in waarde blijven stijgen, hun spaarpot voor de kinderen, voor hun oude dag, was gered. De verkiezingen van achtereenvolgens een zwarte welbespraakte man en vervolgens een wit schreeuwlelijk tot president in de VS waren efficiënte bliksemafleiders.

Wanneer je teveel uitgeeft in vergelijking met wat je reeds hebt en je inkomsten, verliest men vertrouwen in je: minder mensen willen nog met je handelen, je kan bij niemand nog een lening krijgen tenzij tegen hele hoge rente. Het tegendeel is gebeurd met het vastgoed (dus: de grond) van de middenklasse. Daardoor kon de 1 percent blijven geld creëren en speculeren. Aangezien noch de 1 percent, noch de middenklasse aan de regels van de markt wilden voldoen, moest de overheid het in hun plaats doen. Eenmaal het ergste van de storm van 2008 voorbij was, keerde men terug naar een soberheidsbeleid. Dankzij landen als Duitsland en Nederland (en met supporters op het schoon verdiep in Antwerpen) werd soberheid van overheden het fundament van de EU.

De EU eist dat overheden zoveel mogelijk autonoom handelen. Wat wil zeggen dat ze zo veel mogelijk als ‘goede huisvaders’ hun financiën moeten beheren. Private spelers mogen grond kopen en ermee speculeren; grond brengt voor hen geld op. Voor overheden is grond een kost, ze zijn er beter van verlost. Wat ertoe leidt dat ze de voorzieningen die ze niet afbouwen financieren met de verkoop van assets die teveel kosten. Welke dingen kan je verkopen? Waar er vraag naar is. Waar is er vraag naar waar de overheden over beschikken? Grond. Wie kan die grond kopen? Degenen die kunnen lenen. Wie kan er lenen? Kijk naar de verkoop van OCMW-gronden: zij die al rijk zijn. Aangezien rijkdom vooral betekent over assets beschikken die je als onderpand kan gebruiken voor de lening, aangezien grond een van de belangrijkste assets is, kan enkel wie reeds over grond bezit meer grond verwerven.