De Acties in Gent I

In Gent waren er de laatste jaren verschillende acties rond wonen en grond. Ik beschrijf wat ze individueel inhouden, hoe ze samenhangen, en wat dat voor jou en mij naar de toekomst toe kan betekenen.

Over welke acties heb ik het? Degene die ik bespreek zijn: (1) Bernadette Blijft (begonnen op kerstavond 2020): de bezetting van twee huizen van publiek sociaal verhuurkantoor WoninGent uit protest voor meer inspraak voor sociale huurders; (2) de bezetting van een deel van het Caemersklooster door ‘de Pandemisten’ (gestart op 1 mei 2021): protest tegen de privatisering door WoninGent van stadsgrond (gebruikt voor sociale woningen); (3) de bezetting van het Blauwhuis (gestart op 19 juni 2021): protest tegen privatisering van landbouwgrond door het OCMW van Gent; (4) Kraakhaard (de eerste helft van 2022): protest tegen privatisering door woningmaatschappij de Volkshaard van stadsgrond (sociale woningen); (5) de ‘zaak Huts’ (gestart gedurende de tweede helft van 2017): protest tegen het overtreden van vrije markt-principes door het OCMW van Gent bij het privatiseren van landbouwgrond; (6) het Vredeshuis: ook weer protest tegen de privatisering van publieke stadsgrond, deze keer gericht tegen Stad Gent.

Het is duidelijk welke inhoud de acties 2 tot en met 4 en ook 6 delen. Ik ga daar zodadelijk op in, dit zal het kader vormen waarin ik ga werken. Maar waar we het ook over moeten hebben zijn de contrasten tussen de acties, alleen zo zie je hoe ze – op een dieper niveau – een gedeeld project hebben.

Er zijn twee in het oog springende verschillen tussen de acties: (a) het thema van 1 (inspraak van sociale huurders over de huizen waarin ze wonen bij publieke instellingen die die huizen beheren) lijkt slechts indirect iets te maken te hebben met het thema van acties 2 tot en met 6 (privatiseringen van grond door publieke instellingen)?; (b) terwijl bij acties 1 tot en met 4 en actie 6 de actievoerders publiek eigendom bezetten, derhalve door de relevante overheidsinstelling voor de rechter worden gedaagd, gaan de activisten bij 5 belanghebbenden helpen om de overheid voor de rechter te halen. Het eerste verschil slaat op de inhoud (inspraak vs. eigendom), het tweede verschil op de vorm van acties (illegaal vs. legaal).

Wanneer ik erin slaag om de fundamentele samenhang aan te tonen, dan kan ik ook de vraag beantwoorden welke horizon de acties ons tonen. Ik kan die conclusie nu al kort aangeven: zelfs al is het zo dat de acties worden gedragen door vormen van extreem-links en sympathisanten, voldoende inzicht in de problematiek op basis van een goed begrip van de acties, kan er alleen maar toe leiden dat ze zich verbreden tot een maatschappelijk verzetsbeweging tegen de privatisering van publieke gronden. Alleen zo kunnen we de destabiliserende financialisering van de samenleving terugschroeven.

Perspectief

Het narratief van de acties is gebaseerd op een analyse van onze huidige situatie. Deze analyse heeft een theoretische kern. Die komt er kort gezegd hier op neer.

Grond is gebruikswaarde: of je nu in een boomhut, een rijhuis, een caravan of een villa woont, die bevinden zich op de aardbol; daarenboven moeten we ons voeden, ook daar heb je aarde op de aarde voor nodig. Maar grond is ook ruilwaarde: het is een actief of ‘asset’. Op enkele uitzonderingen na verkoop je een boek tweedehands goedkoper dan je het gekocht hebt. Net zo met een auto. En een smartphone gooi je gewoon weg. Iedereen heeft grond nodig, en er wordt geen grond meer bijgemaakt. Omdat ze zo belangrijk is voor wonen en voedselvoorziening, omdat grond een inelastisch goed is, neemt de ruilwaarde ervan de overhand, niet alleen t.o.v. de twee gebruikswaarden, maar ook t.o.v. alle andere goederen en diensten die verhandeld worden. Kortom, grondspeculatie neemt de economie over.

Dit leidt onvermijdelijk tot een situatie waar, indien de klassestrijd al verdwenen zou zijn, ze nu dubbel en dik terug komt – maar op de huizenmarkt (de waarde van een huis wordt bepaald door waar het zich bevindt). Want hoe meer assets (waaronder dus vooral grond) je hebt, hoe meer je kan lenen. Hoe rijker je bent, hoe minder je schulden moet terug betalen.

Dit leidt tot een hiërarchie. Helemaal onderaan heb je de mensen die niet kunnen lenen. Zij moeten huren. Wanneer ze dat niet kunnen maken ze eventueel kans op een sociale woning. Zoniet dan leven ze op straat of in een kraakpand. Vervolgens heb je daarboven de verschillende segmenten van de middenklasse. Elke segment van de middenklasse heeft minder bewegingsvrijheid (= hoeveel ze kunnen lenen en tegen welke voorwaarden) dan het segment boven haar. De 1 percent permitteren zich het meest en maken zich geen zorgen, in tegenstelling met de meeste leden van de middenklasse. Deze laatsten putten zich uit met discussies over private ondernemen versus publieke investeringen, onzekerheid versus vaste benoemingen, winstmotief (rangschikken van preferenties) versus plicht (algemeen belang), efficiëntie versus bureaucratie, vrije meningsuiting versus woke etc. – bliksemafleiders die werken omdat de middenklasse niet wil erkennen hoe ze een zelf cruciaal deel is van het probleem. Dat laatste wil ik in het volgende onderdeel uitleggen.