De Bernadettebeweging in Gent IV

De volgende tekst werd voorgelezen op de gemeenteraad van Gent van 22 juni 2021 door Simon Clement. Hij is ondertekend door Pepijn Boeraeve, Christiane Pijcke, Wim Christiaens, Simon Clement en Raf Verbeke. Hij is niet ondertekend door de meerderheid van de oorspronkelijke actievoerders die aan de oorsprong liggen van de actie Bernadette Blijft (Blok per Blok). Een van de redenen daarvoor was ‘kennisongelijkheid’.

Blok per blok!

1.

Christiane is de jongste van 12 kinderen. Haar ouders en grootouders zijn geboren in Bernadette. Ze was 19 toen ze trouwde met een andere bewoner van de wijk. Behalve een periode waarin ze moest verhuizen naar een sociale woning elders in Gent, woont ze er al 55 jaar. Christiane is altijd huisvrouw geweest, steun en toeverlaat voor haar kinderen en kleinkinderen. Ze was, samen met haar man en andere bewoners, 13 jaar vrijwilliger in de buurt. Samen organiseerden ze knutselen, petanken, bloemschikken, koffietafels en buurtfeesten.

Toen de wijk voor de zoveelste keer in het nieuws kwam omdat een deel van de woningen met schimmelproblemen kampten, nam WoninGent een drastische beslissing: Christiane en andere bewoners kregen te horen dat ze moesten vertrekken. Men hield geen rekening met het aantal jaren dat ze er al woonden. Ze konden ook niet terugkeren. Daarenboven bleken sommige toewijzen naar nieuwe woningen die men kreeg onduidelijk of fout. De man van Christiane werd ziek, onder meer door de stress, en overleed.

Sinds het begin van december hebben we vele dergelijke getuigenissen kunnen optekenen. De verhalen leren dat de Bernadette een levendige wijk is, met een lange geschiedenis, waar de buren elkaar kennen, en bij elkaar in de buurt willen blijven wonen. WoninGent hield hier nooit rekening mee.

Sommige mensen vertelden ons dat ze al jaren in een vochtig huis woonden waarvoor WoninGent de nodige onderhoudswerken niet deed. Anderen hadden meer geluk: ze konden hun woning zonder veel kopzorgen goed onderhouden. Ook die laatste groep moet nu verhuizen.

Daarmee wordt brutaal in het sociaal weefsel gesneden. Het is niks nieuws. Mensen die geen vastgoed en ander kapitaal erven, leven vaak een ‘zwervend’ bestaan: ze gaan van de ene huurwoning of sociale woning naar de andere. Dat komt extra hard aan op oudere leeftijd. Sociale wetenschappers spreken over ‘saneringsnomadisme’.

In de beslissing over de toekomst van de wijk speelde de mening van de bewoners weinig of geen rol. Men betrok hen niet bij de beslissingen, en dat in een stad die participatie hoog in het vaandel draagt. Afgelopen maanden zijn we daarom in gesprek gegaan met zowel WoninGent als de schepen van wonen. Maar telkens zegde men dat de beslissing definitief was. Gisteren zijn we nog gaan overleggen met de stadsbouwmeester, in de hoop dat er een oplossing kan komen in samenspraak met de bewoners.

2.

Hoe zou die oplossing er kunnen uitzien? Er zijn reeds studies gebeurd, maar die gingen enkel over de bakstenen, nooit dacht men aan de mensen. Is er een masterplan denkbaar waarin beide een rol spelen? Kunnen de bewoners in hun wijk blijven gedurende werken? Wij zijn ervan overtuigd dat deze optie tot de mogelijkheden behoort.

De studies die gebeurd zijn, vallen grosso modo onder twee scenario’s. Eerst ging men na of snelle oplapwerken haalbaar waren, waarbij men rekening hield met de erfgoedwaarde van de wijk. Hetresultaat was negatief. Dus ging men naar het andere uiterste: in plaats van minimale werken, tabula rasa. De erfgoedwaarde en het bestaande sociaal weefsel zouden verloren gaan, maar in de plaats zou de ‘tuinwijk van de 21ste eeuw’ komen.

De 21ste eeuws tuinwijk bestaat niet. WoninGent vond dit idee uit, maar het mist een concrete invulling. Eén ding is zeker: het wordt een duur prestigeproject. Om hun plannen te realiseren moet de wegenis volledig opnieuw aangelegd worden. Dit is een grote en overbodige kost. Daarenboven zal het terrein een drietal jaar volledig braak liggen: gedurende die tijd is in Bernadette geen enkele sociale woning beschikbaar, en zijn er derhalve geen huurinkomsten.

Wat zal er komen aan nieuwe woningen en appartementen? Hoe zal de wijk herverkaveld worden? Ondanks het feit dat er geen planning bestaat waarin deze cruciale vragen worden beantwoord, moeten toch alle wijkbewoners nu reeds verhuizen en wil men alle woonsten slopen. WoninGent heeft wel een plan voor wanneer de tuinwijk er komt, maar geen plan voor wat er in komt. Zowel het hart als het gezond verstand dicteren dat men eerst en vooral onderzoekt hoe men de wijk kan vernieuwen, zonder dat alle bewoners moeten verhuizen. Geen duur prestigeproject neerpoten, maar wel blok per blok vernieuwen binnen het bestaand stratenplan. Niet gemakzuchtig kiezen voor een totale sloop, maar wel creatief aan de slag gaan met wat er reeds is aan mensen en bakstenen.

3.

We zijn het niet eens met het soort renovatie die men plant voor Bernadette: omdat het te drastisch en niet participatief is. Maar we hebben, om dezelfde reden, ook kritiek op hoe men het wil financieren.

Tot enkele maanden terug kregen we telkenmale te horen dat een renovatie van de Bernadettewijk onmogelijk was gegeven de strakke financieringsregels van de ambtenaren van de VMSW. Binnen datzelfde financiële keurslijf was een prestigeproject met een hogere totale kostprijs dan weer wel mogelijk.

We verwelkomen de beslissing van Stad Gent om de komende jaren 21 miljoen euro te investeren in sociaal wonen. Nu zij kan bijspringen met fondsen, vragen we dat men voor de verschillende scenario’s voor de Bernadettewijk de totale kostprijs opnieuw berekent. Daarbij moeten zowel de kosten en investeringen van WoninGent als van Stad Gent in rekening gebracht worden.

Zoals wij het nu inschatten zou de dure heraanleg van de wegenis en het dure masterplan dat nog is opgesteld, al de kosten van ons ‘Blok per blok’ ruimschoots dekken.

Voor ons is er geen principieel onderscheid tussen het geld van WoninGent, het geld van Stad Gent en geld van de Vlaamse overheid. Het zijn publieke middelen. En deze staan onder druk. Overheden moeten van de EU een budget in evenwicht hebben, waardoor ze waar ze kunnen besparen, en wanneer dat niet mogelijk is, nieuwe uitgaven bekostigen met de verkoop van eigendommen. Dit heeft tot gevolg dat ze zich ontdoen van activa waar alle slimme investeerders naar op zoek zijn: grond.

We hoeven niemand te herinneren aan de vreemde manier waarop het OCMW nog niet zolang geleden gronden heeft verkocht om uit de kosten te geraken. In plaats van jonge boeren, die staan te popelen om met lokale landbouw voedselvoorziening te garanderen, een kans te geven, heeft men alles in één keer verkocht aan iemand die grote bedragen kan lenen, Fernand Huts. We stellen onsdaarom vragen over wat lokale overheidsinstellingen en instellingen met overheidsgaranties gedaan hebben of willen doen met de Sint-Annakerk, het Pand in het Craemersklooster, de dertien hectare van de Arsenaalsite en de hoeve en gronden van het Blauwhuis in Nazareth.

Dit zijn allemaal publieke gronden en goederen. Ze leveren de gemeenschap geld op door pacht- en huurinkomsten. Maar belangrijker nog: ze leveren diensten aan de gemeenschap, zoals lokale landbouw en betaalbare huisvesting. De laatste tien jaar werd meer dan ooit duidelijk dat de private markt vooral functioneert voor wie over kapitaal beschikt. Vandaag meer dan ooit zijn publieke bezittingen cruciaal om mensen zonder kapitaal ook kansen te geven.

Wij kunnen daarom niet aanvaarden dat men publieke landbouwgronden privatiseert om te kunnen investeren in sociale woningbouw. Zijn keuken verkopen om zijn living te renoveren is een bizarre manier om zich als een goede huisvader te gedragen.

4.

Democratie is een woord waar de Bernadettegemeenschap, de Hongerige Stad, de boeren, de Pandemisten, de nieuwe agrariërs van het Blauwhuis en de protestgroep rond de Arsenaalsite, de daad bij voegen. We strijden ervoor opnieuw een zeg te hebben over publiek goed. Dit kan enkel door meer burgerparticipatie in lokale overheidsinstellingen.

In het Gents: ‘t Is ier allemoal ‘t oenze! We willen herstellen wat verloren dreigt te gaan.

Door globalisering verloren onze lokale overheidsstructuren eerst aan bewegingsruimte, toen aan legitimiteit. De afstand tussen het beleid en de burgers groeide. Het heeft de recente pandemie erger gemaakt dan ze hoefde te zijn. De huren stegen, KMO’s gingen overkop, jobs gingen verloren, het personeel in de zorg zag af, het werd moeilijk in de privésfeer voor wie thuis moest werken, het was gevaarlijk voor wie op de werkvloer moest blijven staan. Maar minder vertrouwen is nog altijd vertrouwen. We hielden fysiek afstand omwille van een virus, en we laten ons nu inenten - voor het algemeen belang. Nu komt het erop aan de afstand tussen beleid en burger financieel en sociaal te verkleinen - opnieuw voor het algemeen belang.

De volkswijk van Bernadette en het door gentrificatie gedomineerde Gent, zouden toenadering vinden, indien de volkswijk de kans zou krijgen haar renovatie zelf mee tot stand te brengen. De boer zou terug verbonden kunnen geraken met de stadsbewoner, indien hij niet gesaboteerd zou worden door onbetaalbare landbouwgronden. De Gentenaar zou terug vertrouwen kunnen krijgen in zijn lokale overheden, indien deze laatsten niet langer ten voordele van speculanten enkel in termen van een financiële balansen zouden denken.

We stellen ons de vraag of Stad Gent, die in het bestuursakkoord veel co-productie en co-creatie belooft, samen met stadsdebatten over de toekomst van Gent, wel echt haar burgers vertrouwt en hen een actieve rol wil geven als medevormgevers aan de stad. Stad Gent moet met woord en daad een algemeen kader bieden om verschillende vormen van burgerparticipatie te stimuleren en te ondersteunen. Dit moet geïntegreerd parallel lopen met een investeringsplan dat niet langer gesteund is op privatiseringen die dwars staan op het algemeen belang. Over anderhalf jaar moeten de diverse sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren in Gent fusioneren tot één maatschappij. Maak van de gelegenheid gebruik om op zijn minst twee dingen te doen: ten eerste de werking goed afstemmen met het woonbeleid van de Stad Gent, zodat betrokken burgers via de gemeenteraad hun zeg kunnen doen; ten tweede, continue participatie een kernonderdeelmaken van de nieuwe organisatie, door permanente vertegenwoordiging, en door bij projecten de huurders een rol te laten spelen in het volledige proces.

Indien onze lokale overheid dergelijke inspanningen wil kunnen leveren voor het algemeen belang, dan zal ze terug moeten leren denken en plannen op de lange termijn. Maar het kortzichtige soberheidsbeleid of besparingsbeleid laat daar geen ruimte voor. We zijn hier om jullie te overtuigen te kiezen voor het algemeen belang.

Op lange termijn hangen duurzaamheid en democratie hecht samen. Dit is waar voor alle hete hangijzers rond sociale woningen en privatisering van publieke grond die we hier aankaarten.

Het behelst onder meer het recht op wonen voor alle burgers, de consequente mogelijkheid voor oude en nieuwe boeren om lokale voedselvoorziening te garanderen, en continuïteit tussen de oude volkswijken en de nieuwe speelstraten. Enerzijds moeten de gezinnen die een lokale gemeenschap moeizaam tot stand brengen in wijken met private woningen, leren van sociale wijken zoals Bernadette en het Pand, waar dit reeds bestond. Anderzijds moeten de nog bestaande boeren en de nieuwe boeren de handen in elkaar slaan, ervaring delen met recente inzichten, garantie van voedselvoorziening combineren met klimaatdoelstellingen. Kortom, duurzaamheid is zowel sociaal als ecologisch.

Allemaal samen: ‘t Is ier allemoal ‘t oenze!

5.

De Gentse gemeenteraad heeft de bevoegdheid om naar ons te luisteren, ze heeft de mogelijkheid om onze raad op te volgen. We vragen met aandrang:

We eindigen met de eisen voor de Sint-Bernadettewijk:

Deze tekst is een vervolg op De Sint-Bernadettebeweging in Gent I.